Skip to main content

Veelgestelde vragen

Wie is Kleine Rijopleidingen?
Kleine Rijopleidingen is een rijschool op een christelijke basis. Hierdoor wordt iedereen met respect behandeld. Iedereen is van harte welkom, ongeacht je achtergrond.
 
Kleine Rijopleidingen is een kleine rijschool en heeft zowel een handgeschakelde auto als een automaat. Door deze kleinschaligheid is er volop aandacht voor de leerling. Bij grote ketens/rijscholen kan je je voelen als "nummer zoveel" die rijles neemt. Bij Kleine Rijopleidingen is dat niet het geval. Je hebt dus ook iedere les dezelfde instructeur. De prestaties zullen daardoor toenemen, dus ook het slagingspercentage.

Het slagingspercentage bij Kleine Rijopleidingen is hoger dan het landelijk gemiddelde!

In welke regio geef ik les?
In de lijn/regio Leusden, Amersfoort en Utrecht geef ik autorijles.

Hieronder vallen o.a. de volgende plaatsen:

Achterveld
Amersfoort
De Bilt
Hoevelaken
Leusden
Soesterberg
Utrecht
Woudenberg
Zeist

Woont u ook in deze regio maar staat uw woonplaats er niet tussen of woont u verder weg? Neem dan met mij contact op om te kijken wat de mogelijkheden zijn. Het gebied aan de westkant van de A2 zoals Vleuten, Leidsche Rijn, De Meern evenals Maarssen liggen te ver weg. Uiteraard kan ik u wel op een plek ophalen die goed te bereiken is zoals een station o.i.d.
 
Wat moet ik weten voor mijn theorie examen?

Het theorie-examen bestaat vanaf maart 2009 uit drie onderdelen:

  1. Een onderdeel over regelgeving bestaande uit 30 vragen
  2. Een onderdeel over verkeerinzicht/risico’s bestaande uit 10 vragen
  3. Een onderdeel over gevaarherkenning bestaande uit 25 vragen 

Gevaarherkenningsvragen:


De gevaarherkenningsvragen beantwoord je door aan te geven wat je in deze situatie zou doen:

  • remmen (dat wil zeggen flink snelheid verminderen of zelfs stoppen);
  • gas loslaten (dat wil zeggen extra attent zijn en voorbereid zijn op een andere gedragskeuze van de desbetreffende verkeersdeelnemer);
  • of niets (dat wil zeggen gewoon door blijven rijden met dezelfde snelheid)  

Wanneer ben je geslaagd?

Het theorie-examen kent voorlopig een verschil in normering voor de 40 vragen over regelgeving en inzicht en de 25 vragen over gevaarherkenning.
Je bent geslaagd als je:

  • 35 van de 40 vragen over regelgeving (30)/verkeersinzicht(10) goed hebt beantwoord én
  • 13 van de 25 vragen over gevaarherkenning goed hebt beantwoord.  

Examenduur theorie:

Een voorwaarde bij het vernieuwde theorie-examen was dat het niet langer mag gaan duren. Hoewel het aantal vragen verhoogd is, is bij de vragen over gevaarherkenning de antwoordtijd slechts 8 seconden. 

Waar moet ik mijn theorie examen doen?

Je kan zelf je eigen theorie examen bij het CBR aanvragen en inplannen. Daarbij ben je vrij in de keuze van de lokatie. Wel is het verstandig om je examen op de locatie te doen waar je ook praktijkexamen wilt gaan doen omdat je dan met je TTT en praktijkexamen al bekend bent op de CBR vestiging.

TussenTijdse Toets (TTT)

Wat is, en waarom wil je een TTT?

 
Een TTT is een TussenTijdse Toets. Deze toets krijg je als je op ongeveer driekwart van je rijopleiding bent. Met de TTT krijg je inzicht in je eigen vorderingen van je rijopleiding en je weet hoe het examen gaat.
 
Onderstaande punten geven het belang van een TTT weer.
  • Wat verwacht een examinator van mij
  • Hoe reageer ik op het feit dat er een echte examinator naast mij zit
  • Wat kan ik verwachten op mijn examen
  • Als je de bijzondere verrichtingen goed doet, hoef je deze niet meer op het gewone examen te doen (dit is éénmalig)

Na de toets ben je beter voorbereid op het examen, wat jouw slaagkans verhoogd.

Wat moet ik weten voor mijn praktijk examen

Personenauto rijbewijs categorie B:

Het vernieuwde autorijexamen per 1 maart 2009: Zelfstandiger en beter voorbereid op weg.  
 
Ook in het theorie-examen wordt sinds 2008 meer aandacht besteed aan gevaarherkenning.

Waarom een vernieuwd rijexamen?

Eén op de vier jongeren raakt binnen vier jaar nadat ze hun rijbewijs hebben gehaald, betrokken bij een verkeersongeluk. Om de ongelukken omlaag te brengen, is het rijexamen vernieuwd. Zo gaan nieuwe rijbewijsbezitters zelfstandiger op weg en beter voorbereid het verkeer in. Het vernieuwde examen is op 1 januari 2008 ingevoerd en is sinds maart 2009 wederom aangepast.

Wat is er veranderd?

Tijdens het praktijkexamen word je, meer dan nu, beoordeeld op je verkeersinzicht en of je zelfstandig kunt rijden. Daar zijn vijf nieuwe examenonderdelen voor ontwikkeld:

Zelfstandig route rijden:

Zonder aanwijzingen van de examinator rijd je een deel van het examen je eigen route. Dus geen examinator meer die zegt: "Eerste straat rechts, bij verkeerslichten links, e.d.".
Dat zelfstandig rijden kan op meerdere manieren. Zo kan de examinator je vragen naar een bekend (oriëntatie) punt te rijden, bijvoorbeeld een sporthal/flat/toren/zichtbaar object. Of je rijdt ergens heen met behulp van een navigatiesysteem, als je daarmee hebt leren werken. Ook kan de examinator je meerdere routeopdrachten tegelijk geven. Als je de locatie niet bereikt is dat geen ramp. Het gaat erom dat je laat zien dat je zelf verantwoorde keuzes maakt in het verkeer.

Zelfstandig een bijzondere manoeuvre uitvoeren:

Tijdens je examen voer je twee bijzondere manoeuvres uit. Zo kan de examinator je vragen om in een straat een veilige mogelijkheid te zoeken om te keren (omkeeropdracht) of om te parkeren (parkeeropdracht). Jij bepaalt dan wanneer, waar en hoe je dat doet. Steeds houd je dus zelf rekening met de veiligheid en de doorstroming. Dat je de auto hiervoor goed moet beheersen spreekt voor zich.

Stop opdracht:

Ook kan de examinator tijdens je examen je vragen een stop opdracht uit te voeren. Hierbij is het de bedoeling dat je vooruit rijdend kortstondig (dicht) achter een object/voertuig stopt en weer doorrijdt zonder dat je achteruit hoeft te rijden.

Vragen over een verkeerssituatie:

Als zich tijdens de examenrit een bepaalde verkeerssituatie heeft voorgedaan, kan de examinator je verschillende vragen stellen om na te gaan hoe je de verkeerssituatie hebt aangepakt. Het betekent dus niet dat je een fout gemaakt hebt.

Zelfreflectie:

Thuis of tijdens je rijlessen vul je een vragenlijst in. De lijst geef je aan het begin van het examen aan de examinator. Deze bekijkt jouw antwoorden pas ná de examenuitslag en bespreekt samen met jou de antwoorden. Zo krijg je een beeld van je sterke en verbeterpunten in het verkeer. Daardoor weet je waar jij na je examen risico’s loopt en waar je dus nog aan moet werken.

Milieubewust rijden:

Voor een beter milieu én voor je eigen portemonnee, is het belangrijk dat bestuurders milieubewust autorijden (volgens de principes van Het Nieuwe Rijden). In het vernieuwde rijexamen wordt daarom onder meer aandacht besteed aan de bandenspanning en dat je op het juiste moment schakelt.

Hoe lang duurt het praktijkexamen?

Het rijexamen duurt, inclusief het voor- en nagesprek 55 minuten.

Rijlessen:

Natuurlijk bereidt je rij-instructeur je voor op de nieuwe elementen van het gemoderniseerde examen. Veel leerlingen vinden die nieuwe manier van lessen trouwens veel leuker! Je mag meer zelf doen en beslissen. Je kiest veel meer je eigen weg. En je neemt dus meer verantwoordelijkheid. Zo ben je nog beter voorbereid op het verkeer.

Examenlokatie:

Het praktijkexamen wordt in Leusden afgenomen.
Geslaagd! En nu?

Allereerst: VAN HARTE GEFELICITEERD!!!

Als je je rijopleiding via Kleine Rijopleidingen hebt gevolgd, krijg je bij het slagen altijd een leuk klein presentje mee.

Hoe nu verder?

Nadat je geslaagd bent voor het rijexamen kun je de volgende werdag je rijbewijs aanvragen bij het gemeentehuis van je eigen woonplaats waar je staat ingeschreven.
Je moet daarvoor het volgende meenemen:
  • Een recente pasfoto.
  • Een geldig legitimatiebewijs.
  • Voldoende geld. De kosten (leges) verschillen per gemeente.

LET OP: Je mag pas zelfstandig rijden als je daadwerkelijk je rijbewijs in handen hebt!


Om bij de gemeente voor het in aanmerking te komen, moet je op het moment van aanvraag in Nederland wonen en in het jaar daarvóór minstens 185 dagen in Nederland hebben gewoond.

Pasfoto's:

Voor het rijbewijs worden strenge eisen gesteld aan de pasfoto. Het moet een recente, goedgelijkende kleurenpasfoto zijn, die recht van voren is genomen.
Enkele belangrijke eisen voor de pasfoto zijn:
  • De pasfoto moet in kleur zijn
  • De pasfoto moet onbeschadigd zijn
  • De achtergrond moet lichtgrijs, lichtblauw of wit zijn
  • Het hoofd moet recht naar voren op de foto staan
  • Je moet een neutrale blik aanhouden; je moet je mond daarom gesloten houden
  • Je ogen moeten volledig zichtbaar zijn, ook als je een bril draagt. Het dragen van een donkere bril op de foto is niet toegestaan.
  • Je hoofd moet onbedekt zijn, tenzij wordt aangetoond dat om godsdienstige, levensbeschouwelijke of medische redenen een hoofddeksel noodzakelijk is. Bij gebruik van een hoofddeksel moet het gezicht zichtbaar zijn. Het dragen van een burka o.i.d. is niet toegestaan.
Bij de lokale vakfotograaf kun je een foto laten maken die aan alle eisen voldoet. Zeg erbij dat het gaat om een pasfoto voor het rijbewijs.
Nieuwe verkeersregels 2010

Verbod op doorsnijden rouwstoet

Vanaf 1 juli 2010 mag een rouwstoet door het overige verkeer niet meer doorsneden worden.
De nieuwe verkeersregel geldt alleen op gelijkwaardige kruisingen, dus kruisingen zonder verkeerslichten, voorrangsborden of haaientanden.
Deze maatregel getuigt van respect voor overledenen en hun nabestaanden, ook in het verkeer.

Wat houdt de regeling in?

Weggebruikers moeten op een gelijkwaardige kruising voorrang verlenen aan de volgauto's van een rouwstoet, ongeacht van welke kant de rouwstoet komt en ongeacht of de rouwstoet rechtdoor gaat of afslaat.
Het eerste voertuig van de rouwstoet valt niet onder de regeling en moet zich dus aan de normale voorrangsregels houden.
De regeling geldt niet op voorrangskruisingen, rotondes, kruispunten met verkeerslichten, invoegstroken en uitritten. Daar gelden voor de rouwstoet de normale voorrangsregels.

Welke regels gelden nog meer vanaf 1 juli?

Een voetganger of een bestuurder van een gehandicaptenvoertuig die een zebrapad wil oversteken, moet een naderende rouwstoet voor laten gaan. De bestuurder van een autobus die van een bushalte binnen de bebouwde kom wil wegrijden, moet een rouwstoet die van achteren nadert voor laten gaan. Buiten de bebouwde kom gold dit al.

Voor welke rouwstoeten gelden de regels?

De regels gelden alleen als de voertuigen van de rouwstoet (zowel begrafenisauto’s als particuliere volgauto’s) op de juiste wijze voorzien zijn van officiële rouwvlaggen. Deze vlaggen worden uitgedeeld door de uitvaartondernemer. De officiële vlaggen moeten aan voorschriften voldoen.
De officiële vlaggen, bevestigd aan de linker- en rechterzijde van de voertuigen, mogen alleen gebruikt worden om de overledene naar zijn laatste rustplaats (begraafplaats of crematorium) te begeleiden. Daarna gaan de vlaggen van de particuliere volgauto’s terug naar de uitvaartondernemer en worden de vlaggen op de begrafenisauto’s afgedekt. Vanaf dat moment gelden weer de normale voorrangsregels.
Het is voor uitvaartondernemers niet verplicht om de officiële vlaggen te gebruiken. Een rouwstoet zonder officiële vlaggen valt niet onder de regeling en moet zich aan de normale voorrangsregels houden.

Neem nooit voorrang

Tot slot geldt altijd de algemene regel: neem nooit voorrang, maar kijk eerst of je voorrang krijgt.
 
Weetjes

Rijbewijs voor beginnende bestuurder:

Het beginnersrijbewijs is een regeling voor iedereen die voor het eerst zijn of haar rijbewijs heeft behaald. Het beginnersrijbewijs is een normaal rijbewijs voor auto of motor.
Het verschil is dat beginnende bestuurders in de eerste 5 jaar na het halen van het rijbewijs, strenger worden aangepakt als zij zich niet aan de verkeersregels houden. Je kunt strafpunten krijgen, die geregistreerd worden door het Openbaar Ministerie, wanneer je staande wordt gehouden door de politie voor:
  • Gevaar of hinder in het verkeer veroorzaken.
  • Forse snelheidsovertreding (dat is een snelheidsovertreding van meer dan 40 kilometer per uur op autosnelwegen of van meer dan 30 kilometer per uur  op andere wegen).
  • Het veroorzaken van een ongeval met dodelijk gevolg of zwaar letsel.
  • Veroorzaken van materiele schade of lichamelijk letsel door het onjuist naleven van de verkeersregels.
  • Bumperkleven met een hoge snelheid 
  • Een alcoholpromillage van 0,2 en hoger hebt.
Als je als beginnende bestuurder binnen een periode van 5 jaar 2 keer voor hierboven genoemde feiten bent aangehouden en veroordeeld, moet je je rijbewijs inleveren bij de politie.
Dit wordt gemeld aan het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Na de melding volgt een rijvaardigheidsonderzoek. Als daaruit blijkt dat je niet rijvaardig bent, wordt je rijbewijs ongeldig verklaard.

Kleine Rijscholen

Boekweitland 28
3833 CL Leusden

06 - 499 499 12

Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.